Mijn naam is Ine. Ik verbleef drie maanden in opname bij Moeder & Baby. Op voorhand had ik nooit gedacht dat ik op zo een plek zou terecht komen samen met mijn dochter. Ik wist niet eens van het bestaan van een dergelijke plek. Nu ik terug blik op die periode voel ik vooral veel dankbaarheid omdat Moeder & Baby bestaat. Ik probeer mijn verhaal hier op te schrijven in de hoop dat andere mama's zich minder hoeven schamen en makkelijker hulp zoeken.
Mijn dochtertje kwam op de wereld op een totaal andere manier dan dat ik op voorhand in mijn hoofd had. Onverwacht was er een spoedkeizersnede. Geen van ons beiden kon dus bij de geboorte aanwezig zijn. Mijn man stond zenuwachtig te wachten in een kamertje. Ikzelf was onder volledige narcose. In de eerste weken na de bevalling probeerden we ons aan te passen aan de komst van onze lieve dochter. Diep vanbinnen had ik het gevoel dat dit kleine meisje niet mijn dochter was. Ze voelde aan als een vreemd baby'tje waar ik geen enkele connectie mee had. Dit gevoel was voor mij zo vreemd en totaal onverwacht dat ik er ook geen woorden voor vond en er niet over kon spreken met mijn man. Ik probeerde me te focussen op alles wat goed ging. Ik lachte aan de buitenkant, maar binnenin voelde ik dat ik steeds meer verdween. Na een tijdje merkte mijn man op dat ik traag reageerde op het huilen van onze dochter en dat ik moeite had met praten met haar, lachen naar haar. De verzorging van haar viel me ook erg zwaar. Ik deed het wel, omdat het moest. In een volgend bezoekje van de vroedvrouw vertelde ik dit. Zij luisterde naar me en vroeg door. Ze gaf me de gegevens door van Moeder & Baby en zei dat ik verder hulp moest zoeken. Ik liet dit links liggen en vond van mezelf dat ik me moest vermannen. Ik had immers zo'n rustige dochter en steunende man. Dit moest me toch alleen lukken. Het ging echter van kwaad naar erger. Mijn man werd kwaad wanneer ik traag reageerde op onze dochter. Ik voelde me niet begrepen. We kwamen in conflict. De spanning thuis steeg. Onze dochter begon hier last van te hebben, werd onrustiger en meer gespannen. Na nog enkele gesprekken met de vroedvrouw ging ik uiteindelijk akkoord om een kennismakingsgesprek bij Moeder & Baby. Met lood in mijn schoenen en een berg schuldgevoel zat ik bij een psycholoog van Moeder & Baby en probeerde mijn verhaal te vertellen. Deze psycholoog maakte tijd om me gerust te stellen en gaf me snel het gevoel dat wat ik voelde heel begrijpelijk was en niet zo onlogisch gezien mijn omstandigheden. Ook legde ze onmiddellijk de link naar het lange fertiliteitstraject dat mijn man en ik doorlopen hadden en naar mijn eigen gezin van herkomst alwaar ik al heel vroeg op mijn eigen benen moest staan. Ze zei dat ik leed aan een postnatale depressie en dat ik dus een behandeling nodig had om hier uit te komen. Ze leidde me rond op de opname afdeling van Moeder & Baby. Op dat moment voelde ik dat ik een opname nodig had, al had ik hier helemaal geen zin in... Enkele weken gingen voorbij. Ik stond op de wachtlijst voor opname en voelde dat ik thuis weinig houvast had. Wanneer ik het telefoontje kreeg om de opname dag vast te leggen voelde ik enerzijds verdriet maar anderzijds ook opluchting.
In de opname zelf moest ik enkele dagen wennen aan de omgeving, de vele personeelsleden en de andere mama's en baby's. Ik kreeg te horen dat het normaal was dat ik me de eerste dagen vreemd zou voelen en even zou moeten zoeken naar mijn draai. Vooral dat ik 's nachts niet bij mijn baby mocht slapen vond ik heel vreemd. Een hulpverlener legde uit dat slaap nu erg belangrijk voor me was. Ik was te afgevlakt om me te verzetten. Na een week ging ik deelnemen aan de therapieën, soms samen met m'n dochter, soms zonder m'n dochter. Stilaan kon ik namen bij gezichten plakken en voelde ik me gedragen door de lieve personeelsleden en vrijwilligers. Ze namen m'n dochter niet uit handen maar moedigden me aan om de zorg voor haar zelf op te nemen. Ze stonden naast me tijdens verzorgingsmomenten en hielpen mij om m'n baby in bed te leggen. Hier en daar moedigden ze me aan om deze dingen ook alleen te doen. In de weekends moest ik steeds naar huis. Daar oefende ik met de tips die ik binnen opname kreeg. De eerste weekends thuis waren hels. Het 3de weekend was beter en mijn man en ik hadden samen een gezellig moment , een goed gesprek. Dat was maanden geleden. Dat gevoel probeerde ik vast te houden. Na een 6-tal weken was er de eerste trajectbespreking. Dit is een overleg waarin mijn man en ik deelnamen, mijn pb (= persoonlijke begeleider = de hulpverlener van de opnamedienst die regelmatig extra gesprekjes met mij doet en mijn proces nauwgezet opvolgt), mijn psycholoog en de psychiater. Plots kreeg ik te horen welke dingen er allemaal al wel goed gingen. Ook mijn man vertelde dat hij vooruitgang zag. Ikzelf voelde dit niet. Er werden doelen gesteld voor de volgende periode waarmee ik aan de slag kon. Ook werd er gesproken over mogelijke hulpverlening na de opname. Dit begreep ik niet: ik was nog maar net mijn draai aan het vinden op de opname afdeling en ik moest al nadenken over mogelijke nazorg. Achteraf begrijp ik beter waarom deze vraag toen al op tafel lag: Vele hulpverleners werken met een wachtlijst... Ook hielp het nazorgplan me om vanaf begin af aan toe te werken naar ontslag en te zoeken naar wat ik nodig had om verder te herstellen, thuis, daar waar ik en mijn dochter horen... Een opname blijft immers een onnatuurlijke situatie...
In de weken die volgden had ik het gevoel hard aan het werk te zijn. Allerlei dynamieken uit mijn eigen kindertijd kwamen aan bod in de gesprekken én ik ging aan de slag met mijn dochter. Ik probeerde meer tegen haar te praten, meer tijd samen door te brengen, gewoon, op de speelmat. Ondanks dit harde werk bleef het gevoel van uitgeput te zijn erg groot. Mijn geheugen beef een zeef en mijn concentratie onder het vriespunt. We maakten afspraken over hoe ik thuis hier en daar momenten voor mezelf zou kunnen inplannen. We werkten toe naar een opstart in de crèche en bouwden een zorg-netwerk rondom ons: familiehulp werd ingeschakeld, we zochten een ambulante psycholoog en ook een relatietherapeut. We vroegen vroegen aan enkele familie leden om hulp. Dat was erg nieuw voor ons.
Na een drietal maanden behandeling ging ik op ontslag. Ik voelde me helemaal niet klaar om de opname afdeling te verlaten. Toch wist ik met mijn hoofd dat ik het werk thuis kon verder zetten en dat een opname strikt genomen niet meer nodig was. De band met mijn dochter zat goed. Zowel zij als ik waren tot rust gekomen. De spanningen met mijn man waren niet weg, maar we hadden samen wel meer zicht top onze onderlinge dynamieken en waren aan de slag bij de relatietherapeut. De weken die volgden na het ontslag waren heftig. Het was zoeken naar een nieuw evenwicht. Eén keer per week kwam ik nog enkele uurtjes op de afdeling om deel te nemen aan een groepstherapie en een gesprek met de psycholoog. Van de andere mama's hoorde ik hoe zij ook worstelden met hun thuiskomst. Ik voelde me erkent en gedragen. De problemen waren niet allemaal weg maar ik wist wel hoe ik verder aan oplossingen kon werken en hier en daar de moeilijke momenten kon laten zijn, zonder er door overspoeld te geraken.
Wanneer ik terug blik op onze tijd binnen de opname van Moeder & Baby denk ik enerzijds aan hoe diep ik toen zat. Dat zijn geen fijne herinneringen. Anderzijds krijg ik ook een warm gevoel. We hebben geluk gehad daar geweest te zijn. Door de opname voel ik een sterke band met mijn dochter en kan ik haar geven wat ze verdient.