Zo vroeg mogelijk in de zwangerschap wordt ingezet op de afname van een psychosociaal assessment. Daarbij is het de aanbeveling om gebruik te maken van de digitale tool die ontwikkeld werd door Born in Belgium. Meer informatie over de tool vind je terug via deze link.
Vervolgens wordt op specifieke momenten in de perinatale periode gericht gescreend op de aanwezigheid van angst of depressieve klachten.
Hieronder vind je een tijdlijn die aangeeft welke instrumenten wanneer worden afgenomen tijdens de perinatale opvolging.
Tijdlijn
1e contact (<= 16 weken) |
20-21 weken (combi echo) |
Herscreening EPDS/GAD-7 >10 |
6 weken postpartum |
Risicofactoren checken
|
Screening Whooley en GAD-2
|
Opnieuw afname EDS en GAD-7
|
Screening Whooley en GAD-2
|
Psychosociaal assessment
Het psychosociaal assessment wordt zo vroeg mogelijk in de zwangerschap afgenomen of bij het eerste contact met een perinatale zorgverlener. Daarbij worden een aantal riscofactoren bevraagd alsook de mate waarin de (aanstaande) moeder hier ondersteuning bij vraagt. Voor dit assessment kan gebruik gemaakt worden van de digitale tool die ontwikkeld werd door Born in Belgium. De richtlijn rond screening en detectie van angst en depressie werd hierin geïntegreerd. Meer informatie is terug te vinden via volgende link.
De nieuwe tool omvat handvatten die het gesprek tussen jou en de zwangere vrouw die je begeleidt kunnen helpen om potentiële kwetsbaarheden te identificeren en zorg op maat voor te stellen. Verder ondersteunt het instrument de communicatie en zorgcontinuïteit tussen zorgverleners en kan het makkelijk gekoppeld worden aan elektronische patiëntendossiers en digitale platforms die gebruikt worden door eerstelijnspartners (zowel medisch als psychosociaal). De privacy van de zwangere vrouw is daarbij gewaarborgd. Tenslotte wordt voor de uitbouw van dit instrument samengewerkt met de Sociale Kaart zodat zorgpartners die met de tool aan de slag gaan meteen zicht hebben op het lokaal zorgaanbod dat tegemoet komt aan de specifieke noden van de zwangere vrouw.
Het instrument is niet alleen wetenschappelijk onderbouwd, maar bouwt tevens voort op concrete ervaringen uit de praktijk. Het gaat dus om één geïntegreerd instrument waarbij de krachten uit beide projecten gebundeld zijn
Screening angst en depressie
Voor de screening van angst en depressie wordt een getrapt screeningsprotocol gebruikt waarbij twee vragen worden gesteld die peilen naar depressieve klachten (Whooley) en twee vragen die de aanwezigheid van angstklachten bevragen (GAD-2). Een volgende stap bij positieve screening is de afname van de EPDS voor depressieve klachten en GAD7 voor angstklachten. Je vindt de vragenlijsten terug in onderstaand document.
Wat na positieve screening?
Na positieve screening is het belangrijk de (aanstaande) moeder door te verwijzen of in contact te brengen met de huisarts, psycholoog of psychiater die de klachten en zorgnoden onderzoekt. Een positieve screening is nog geen diagnose! Het is een indicatie dat zorgzame ondersteuning gewenst is waarbij samen met de (aanstaande) moeder in dialoog wordt gegaan en klachten verder klinisch onderzocht worden.
Wanneer dan blijkt dat (gespecialiseerde) perinatale GGZ-zorg aangewezen is, kan aansluiting gezocht worden bij de regionale 'zorgpaden perinatale mentale gezondheid' om zorg op maat te realiseren voor de (aanstaande) moeder, baby, partner en de andere gezinsleden.